Schrijfworkshop voor een VWS-afdeling: discussies over taalgebruik en wat mag er nou?

Schrijftraining overheid
21 februari 2025

Een schrijfworkshop voor één afdeling: is dat anders dan een schrijfworkshop met open inschrijving? Er zijn wel wat verschillen. Zo hadden we het over de “bubbel” waar je in zit; dat je dat niet altijd doorhebt. En we hadden nog meer discussies. Discussies over taalgebruik. Wat “mag” er nou wel en wat niet? Discussies over de sjablonen van nota’s. Discussies over tussenkoppen. Daardoor werd het een heel leuke en enerverende ochtend. En was het een succesvolle laatste schrijftraining als werknemer van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Deze keer was mijn schrijftraining over begrijpelijk schrijven niet met een open inschrijving. Deze keer waren de deelnemers allemaal van één afdeling. Tijdens hun afdelingsdag was mijn schrijfworkshop hun “nuttige activiteit” 😉 voordat ze aan een speelse middag begonnen.

Uit je bubbel stappen voor de lezer

Het grootste verschil voor mij was dan ook dat al deze deelnemers elkaar kennen. Niet alleen dat, ze kennen ook elkaars taalgebruik. Ze zitten in dezelfde “bubbel”. Een van de onderdelen van mijn cursus is aangeven hoe lastig zo’n bubbel is als je begrijpelijk wil schrijven. Want de lezer van je tekst zit meestal niet in jouw bubbel. Je moet dus uit die bubbel stappen. Maar soms weet je niet eens meer wanneer je erin zit!

Toch was het niet zo dat alle deelnemers de teksten van elkaar helemaal begrepen. Er ontstonden bijvoorbeeld discussies over de betekenis van woorden. Zo kwamen ze erachter dat ze niet allemaal hetzelfde dachten bij het woord “indiceren”. In elk geval niet zonder context of uitleg.

Bloemrijke taal niet voor begrijpelijke teksten

Er ontstonden nog meer interessante discussies over taalgebruik. Zo is het ene taalgebruik beter geschikt voor een type tekst en minder voor een ander. Iemand zei: “Ik vind het mooi om bloemrijke taal te gebruiken.” Dat kan inderdaad heel mooie zinnen opleveren. Je kunt je alleen afvragen of bloemrijke taal geschikt is om een tekst begrijpelijk(er) te maken. Misschien kun je die bloemrijke taal beter gebruiken in een ander soort tekst. Een meer creatieve tekst. Wie weet schuilt er wel een literaire genie in je!

Zinnen beginnen met “maar” is niet zakelijk, maar is het begrijpelijk?

Dan was er het gesprek over zakelijk taalgebruik. Mogen zinnen beginnen met “maar” of “en”? De meningen liepen sterk uiteen. “Zo hoort het niet,” zeiden een aantal deelnemers. Dat klopt alleen niet helemaal. Volgens de Taalunie mag een zin best beginnen met “maar”, “of”,  “en” of “omdat”. Maar 😉 zij vinden het “minder geschikt voor de zakelijke schrijftaal”.

Zakelijk taalgebruik is dus ook een aparte schrijftaal. Maar is het begrijpelijk? Kan het begrijpelijk zijn? Ik ben er zelf nog niet over uit. (Wees vrij om je eigen mening als reactie hieronder te plaatsen.) Mijn buikgevoel zegt dat we met begrijpelijk schrijven niet al te zakelijk willen schrijven. Dat we proberen weg te blijven van al te zakelijk worden. Daarom heb ik zelf geen bezwaar tegen zinnen beginnen met “maar”. Integendeel, ik doe het vaak. Een onderdeel van begrijpelijk schrijven is vlot en alledaags taalgebruik. Naar mijn mening mag je dan ook wat informeler zijn. Maar je bent uiteraard helemaal vrij om een taalkeuze te maken voor: zakelijk en vlot. Of zoiets…

Opbouw van nota’s en de voorgeschotelde koppen van een sjabloon

De discussie over wat wel en niet “mag” breidde zich ook uit naar de opbouw van nota’s. Een van de tips om begrijpelijk te schrijven is samenvattende, scanbare tussenkoppen maken. Dan rijst de vraag: mag je de voorgeschotelde, nietszeggende tussenkoppen van een sjabloon aanpassen? Ik vind dat dit op zekere hoogte mag. Als het maar zorgt voor een meer begrijpelijke, overzichtelijke tekst. Na de nietszeggende kop “Toelichting” pagina’s tekst zonder extra tussenkopjes, levert geen overzichtelijke tekst op. Dan kun je die tussenkoppen beter uitbreiden. Al doe je zoiets als: “Toelichting op argument [X]” en later “Toelichting op argument [Y]”, enzovoort.

Een sjabloon zie ik meer als het fundament van een tekst, waarop je bouwt. Niet de blauwdruk. Het ondersteunt het opbouwprincipe van de piramide (eerst de kern, dan de toelichting en de argumenten). Maar het kan je niet vertellen hoeveel punten je moet noemen. Dat kan alleen de auteur bepalen. En die bepaalt dus ook hoeveel tussenkopjes nodig zijn om de tekst begrijpelijk te maken.

Overigens, soms staan er bullets in een sjabloon. Dat betekent niet dat je ze ineens moet gebruiken als alinea-aanduiding. Alinea’s scheid je met witregels. Bullets horen bij een opsomming. Kies bewust wat je nodig hebt voor jouw tekst. Gebruik de bullets niet als je alinea’s en paragrafen nodig hebt.

Al met al was het een enerverende en leuke ochtend met elkaar. We hebben heel wat van elkaar opgestoken en genoeg om over na te denken. Ik zie uit naar een volgende afdelingsworkshop!

Schrijfworkshop voor jouw afdeling?

Als je denkt: zo’n schrijfworkshop wil ik wel voor mijn afdeling, directie of team, dan kan dat! Per 1 november verlaat ik het ministerie van VWS en begin ik voor mezelf als schrijftrainer en schrijfcoach. Zo’n korte schrijfworkshop zoals hierboven beschreven, kun je dan gemakkelijk bij mij inkopen. Ook als je een-op-een-begeleiding bij het schrijven zoekt, klop dan bij mij aan. Stuur een mailtje naar bureaugeanie@gmail.com voor de mogelijkheden. Of kijk op mijn website www.bureaugeanie.nl

Dit artikel verscheen eerder op 17 oktober, 2024 op LinkedIn.